Answer:
shift demand and supply for loanable funds to the right (up), increasing interest rates.
Explanation:
According to the Fisher hypothesis when there is an increase in the expected inflation there is an equal increase in nominal interest rates.
As interest rates rise demand and supply for loanable funds will rise. This is illustrated in the attached diagram. Interest rate moves from i0 to i1.
Inflation is a reduction in the purchasing power of money. When inflation increases money regulation agencies reduce supply of money as a way to reduce price increase. This in turn reduces the amount of loanable funds commercial banks have to give out
Answer:
Aandelen geven recht op een deel van de winst. Soms houdt een onderneming de winst en investeert die winst in de groei van de onderneming. Maar vaak wordt een deel van de winst uitgekeerd als dividend aan de aandeelhouders. Het dividend varieert met de hoogte van de winst en het aantal uitstaande aandelen.
Een preferent aandeel is een op inkomen gericht aandeel met een vast dividend, dat wordt uitgedrukt als een percentage van de nominale waarde. Hiermee lijken prefs, zoals deze aandelen ook wel worden genoemd, op obligaties. Alleen behoort het preferente aandeel tot het risico kapitaal. Er moet dus wel winst zijn gemaakt, omdat het preferent dividend uit de winst wordt betaald.
Een groot verschil tussen preferente en gewone aandelen als het om het dividend gaat. Dividend op gewone aandelen is niet gegarandeerd en kan per uitkering verschillen. Preferente aandelen hebben een vast dividend! De meesten hebben een rating van “BBB-“ of hoger en zijn hiermee behoorlijk safe. Uiteraard zullen we kritisch moeten kijken naar de financiële situatie van een bedrijf.
Als je preferente aandelen bezit, ben je net als bij gewone aandelen mede eigenaar van een bedrijf. In de meeste gevallen heb je als preferent aandeelhouder geen stemrecht. De houders van deze aandelen hebben voorrang op de gewone aandeelhouders als er iets te verdelen valt. Als een bedrijf bijvoorbeeld failliet gaat, worden de crediteuren als eerste betaald, dan de obligatiehouders en hierna de houders van preferente aandelen, gevolgd door de houders van gewone aandelen. Gewone aandeelhouders staan dus als laatste in de rij. Worden er geen obligaties uitgegeven, bent u als eerste aan de beurt in de reeks van beleggers.
Answer: The correct answer is "B. A new resource".
Explanation: The discovery of Surlyn de DuPont, being a new material with multiple potential uses, which could be applied to the manufacture of many products would clearly fall under the category "a new resource".
Answer:
$607,250 outflow
Explanation:
Net Working Capital is the amount of money needed to maintain operations on a day to day basis.
Net Working Capital = Current Assets - Current Liabilities
where,
<u>Current Assets are calculated as :</u>
Inventory $216,000
Accounts Receivable ($525,000 x 1.09) $575,250
Total $788,250
and
Current Liabilities = $181,000
therefore,
Net Working Capital = $788,250 - $181,000 = $607,250
Conclusion
The project's initial cash flow for net working capital is $607,250 outflow.
Answer:
Give an example of a situation in which a surplus of a product led to decreased prices. similarity, give a example of a situation in which a shortage led to increased prices. what eventually happened in each case? why?
In the course of having surplus of a product which decreases the price, this happens as a result of high competition as there many people selling the same products which in turns leads to crash in price in order to make sales and little profit.
while product shortage or scarcity happens as a result of decrease in resources or decrease in supply, hence; results into scarcity of products which eventually aids increment of price
Explanation:
